
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 2.6a Rijksbijdrage aan instellingen voor wetenschappelijk onderzoek
1
De inkomsten van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en van de Koninklijke Bibliotheek bestaan uit:
a
de bijdrage uit 's Rijks kas,
b
inkomsten, die samenhangen met voorzieningen waarvoor de rijksbijdrage is verleend, en
c
andere inkomsten.
2
De rijksbijdrage wordt vastgesteld of nader vastgesteld door de vaststelling of nadere vaststelling bij de wet van het hoofdstuk van de rijksbegroting waarop zij is voorgesteld.
3
De rijksbijdrage wordt betaald in zodanige termijnen en tot zodanige bedragen als voor het doen van de betalingen door de instelling nodig is.
4
Zolang de rijksbijdrage niet is vastgesteld of nader vastgesteld, wordt daarop een voorschot betaald overeenkomstig door Onze minister te stellen regels.
5
Bij vaststelling van de rijksbijdrage blijven inkomsten als bedoeld in het eerste lid, onder c, buiten beschouwing.
6
Onze minister stelt regels met betrekking tot de bestemming van saldi die voortvloeien uit de inkomsten, bedoeld in het eerste lid, onder a en b.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.